Eén van de laatste dagen dat we in Engeland waren zijn we naar het Festival of Transport in Hellingly geweest. Een mega groot stoppelveld om (gratis) te parkeren, een giga groot weiland voor de deelnemers om te kamperen met tenten, caravans en huifkarren (het evenement duurde meerdere dagen) en vele velden vol met Oldtimers, oude vrachtwagens, dubbeldekbussen, tractoren, stoommachines, motoren, scooters en brommers.
Eigenlijk waren er alleen geen vliegtuigen.
Het was bere-interessant, helaas bloedheet, felle zon en geen enkel stukje weiland met schaduw.
Na 2 uur waren we bijna gesmolten en gingen terug naar onze.in de schaduw staande tent.
De kaartjes man, die we passeerden bij de uitgang trok zijn wenkbrauwen op: Waarom gingen we weg? Er was nog zoveel te zien! We noemde de hitte als oorzaak, zijn reactie: “It’s all in the mind!” Nee, goede man, we hadden ons niet ingesmeerd en smolten! (Ik heb wel een zonnehoed gekocht voor één pound! (Goede investering voor de laatste vakantie dag!)
Inmiddels zijn we bijna 2 weken thuis en nu naar het Oldtimerfestival in Huizen gegaan. Ook een groot (gratis) parkeerterrein, helaas helemaal vol, dus dan maar een eind verder bij de plaatselijke voetbalvereniging de auto gestald, een eind lopen maar gelukkig was het TOEN droog.
Ook hier Oldtimers en tractoren, motoren en vrachtwagens én ook open dag van de Brandweer met allerlei demonstraties én kraampjes met “brocante en lifestyle”
Af en toe een miezerregentje, maar dan gingen we droog in een dubbeldekbus zitten, waar in een hoekje van de bus deze ( stille) “passagiers” ook zaten te schuilen.
Ook hier weer leuke oude auto’s gezien; de mannen waren meer geïnteresseerd in wat onder de motorkappen zat, ik kijk meer naar het leuke, nostalgische auto’s (de buitenkant) Van beide was genoeg te zien.