Toen ik een jaar of 8 was kochten mijn ouders een (tweedehands) auto.Het was een Fiat en ik was er gek op; hij had namelijk hout van buiten; een gezellige auto, niet zo’n metaal blinkend ding.
Vóórdat we een auto hadden, gingen we (dagjes en vakantie) op de motor weg: Mijn vader reed, mijn jongste broer achterop en mijn moeder en ik in het zijspan.
Mijn vader had het zijspan zelf gebouwd.
Mijn man vertelde dat toen hij klein was zijn moeder een (2de hands) Citroën Traction Avant had; de vering was niet oké. Daar had zijn moeder wat op gevonden; een open tang ertussen; dáárop werd geveerd!
Mijn oudste broer is, naar Engeland geëmigreerd, 1 x per één á twee jaar kwam hij naar Nederland. Op een keer met een auto op de veerboot. Het was een zwarte “hoge” auto, zo een die ze in Londen gebruikte als taxi’s. Hij stond geparkeerd voor onze deur. Zo’n auto kenden we in Nederland niet, helemaal niet met het stuur aan de andere kant: een bezienswaardigheid in onze straat.
Mijn andere broer reed vroeger (net als mijn vader) op een motor. Toen hij ooit een auto kocht was dat een LADA, een soort stationcar, waar zijn hond (grote herder) gemakkelijk in kon en later zijn kleine caravan er achter.
Mijn jongste broer reed ALTIJD op een scooter, totdat hij een baan kreeg in de Achterhoek en zijn vrouw nog in het westen woonde; een tijdelijk weekendhuwelijk dus. Toen kocht hij (2de hands) een Renault 4, ook wel hondenhok genoemd.
Mijn verloofde en ik kochten onze eerste auto. Hij kostte f. 850,-; we betaalden ieder de helft; het was een (zeer) oude Taunus. We kochten hem van een vriend van een vriend. Die hield van pillen (laten we maar denken dat het vitaminepillen waren) We vonden overal losse pillen in de auto, op de vloer, in het dashboardkastje en tussen de bekleding.
Het was een auto met een voorbank (fijn als je verloofd bent en dicht naast elkaar wilt zitten) én stuurversnelling.
Mijn favoriete auto om in te rijden! In het eerste jaar van ons huwelijk hield de auto ermee op.Mijn lief heeft nog geprobeerd te repareren, maar het was NIET meer te doen.
Op een avond ontmoette mijn man een kelner die de auto wel voor f. 50,- (voor de onderdelen) wilden hebben. ’s Morgens vroeg stond de kelner voor de deur mét geld en een vriend om de auto wegsleep te slepen. Einde Taunus.
Daarna kwam de Triumph Herald; tweedehands gekocht, een stoer autootje, met een houten dashboard en een “pienter” pookje. Toen hij echt OP was had ik tranen in mijn ogen toen de opkoper met zijn kleine zoontje hem kwam ophalen (wij moesten daarvoor betalen ipv er geld voor te krijgen)
Het zoontje vroeg zijn pa ” Pap, mag ik het stuur en het pookje?”
De Herald ging naar de sloop. (Nu kijken we vertederd bij Oldtimer evenementen als we een Triumphje zien staan; het was een mooie tijd waarbij je nog GEVOEL had voor het transportmiddel dat je van A naar B bracht.