Nadat mijn jongste broer weduwnaar was geworden kwamen we met grotere regelmaat bij hem in de Achterhoek op bezoek. We gingen met hem daar fietsen, dingen bekijken en wandelen. Bovendien hadden mijn lief en hij een voorliefde voor dingen doen met de p.c. Dat was, in die tijd, programmeren met Pascal (computertaal). Ze zaten uren met elkaar achter de computer. Ik ging dan fietsen en de buurt “verkennen” Op een keer toen die twee ook zo bezig waren en mijn haar (weer eens) niet goed zat, besloot ik daar naar de kapper te gaan.
Ik zocht een kapper, werd er leuk geholpen, mijn haar zat leuk en het kostte minder dan in het Westen. De mannen hadden me niet eens gemist, dus het was (waarschijnlijk) nog snel ook.

Vanaf die tijd ging ik als ik de Achterhoek was dáár naar de kapper. Op een gegeven moment was het zo dat mijn broer op belde ”Moet jij niet eens weer naar de kapper?
Hij bedoelde dan “Wanneer komen jullie weer eens”
Aan dat verzoek gaven we dan meestal wel gehoor.
Verleden jaar juni stierf mijn broer. Ik ben dus meer dan een jaar niet naar DIE kapper geweest.
Afgelopen zaterdag was ik weer in de Achterhoek en ben ik bij “mijn” (voormalige) kapper geweest. In een jaar kan veel gebeuren!.
Eén van de kapsters had de zaak overgenomen; de (voormalige) baas gaat een kroeg beginnen, schuin aan de overkant van de kapperszaak.
“Mijn” kapster werkte er nog steeds en deed mijn haar weer zoals ik dat graag zie.
De zaak: andere eigenaresse, andere uitstraling, andere naam, maar zelfde kapsters, zelfde gastvrijheid, zelfde expertise.